De kandidaat of de twee kandidaten hebben op de uiterste datum voor indiening van kandidaturen minder dan vijf jaar (60 maanden) hun doctoraat op proefschrift behaald. Voor de berekening van de periode van vijf jaar wordt in de eerste plaats onderzocht of de uiterste datum voor indiening van kandidaturen ligt voor of na de vijfde verjaardag van de dag van het behalen van het doctoraat op proefschrift. Indien een kandidaat met de ter zake relevante, officiële, rechtsgeldige documenten bewijst in de periode tussen het behalen van het doctoraat op proefschrift en de uiterste datum voor indiening van kandidaturen gedurende periodes van volledige maanden (berekend van de eerste dag van de maand tot de laatste dag van de maand, of van de zoveelste van de maand tot de zoveelste van de volgende maand) voltijdse moederschapsrust, ouderschapsverlof of ziekteverlof te hebben genoten, dan wordt onderzocht of er tussen de datum van het behalen van het doctoraat op proefschrift en de uiterste datum voor indiening van kandidaturen 60 maanden liggen na aftrek van de maanden van bewezen voltijdse moederschapsrust, ouderschapsverlof of ziekteverlof. Het doctoraat op proefschrift hoeft nog niet behaald te zijn.